De invoering van de Wlz dreigt te worden bemoeilijkt door onduidelijke definities, half uitgewerkte concepten en uitvoeringsproblemen. Dat bleek tijdens een presentatie van Zorginstituut Nederland over de stelselwijziging.
De presentatie werd vorige week gegeven door adviseur Langdurige Zorg Fons Hopman en medisch adviseur Dirk Achterbergh van het Zorginstituut Nederland. Veel onduidelijkheid wordt veroorzaakt door ingrijpen van de politiek, zo stelden zij. Beiden wijzen op ‘last-minute’ wijzigingen, zoals de introductie van het Modulair Pakket thuis. Ook verwachten ze pittige discussie over bijvoorbeeld het al wat oudere Volledig Pakket Thuis. Die pakketten vormen een onderdeel van de Wet Langdurige Zorg. Ze zijn bedoeld voor mensen die thuis blijven wonen ondanks dat verblijf in een instelling geïndiceerd is. Hopman: “De wetgever stelt dat mensen daar aanspraak op kunnen maken ‘mits de zorg verantwoord en doelmatig is’. Dat wordt een hersenkraker, want nu is niet duidelijk wat daarmee bedoeld wordt. Er zijn nog geen standaarden voor.”
Hopman noemt ook het eerstelijnsbed als een voorstel dat nog niet goed is uitgewerkt. Op zo’n bed worden patiënten opgenomen voor zorg zoals huisartsen die plegen te bieden. Dit is in principe bedoeld voor geneeskundige zorg, maar Hopman is bang dat het in de praktijk vooral ook zal gaan om mensen met een sociaal probleem. “Denk aan mensen bij wie de mantelzorger wegvalt,” zegt hij. Dat hoort eigenlijk opgevangen te worden via de Wmo. “In de praktijk zal de huisarts die daar op vrijdag om 17 uur mee geconfronteerd wordt, de patiënt voor het eerstelijnsbed insturen.”
Uitvoering
Hopman en Achterberg zijn bij het Zorginstituut verantwoordelijk voor de ‘duiding’ van de nieuwe wet- en regelgeving. Ze richten zich daarbij met name op de grensgebieden, waar Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz) en Wmo elkaar raken. Los van inhoudelijke onduidelijkheden, voorziet Hopman ook problemen in de uitvoering van de nieuwe wetten. Dit treft met name kleinere gemeenten. Hopman: “Je ziet dat die samenwerken bij de uitvoering van de langdurige zorg. Dat betekent dat democratische controle door de gemeenteraad moeilijker wordt. Het idee was nou juist dat de controle door de gemeente wordt uitgevoerd. De NZa heeft op dit vlak geen bevoegdheid.”
Casus
Ter verduidelijking legden ze hun publiek tijdens het SKGZ-congres een aantal casussen voor. Zoals die van een 85-jarige vitale vrouw. Ze woont nog zelfstandig thuis, maar breekt bij een val haar heup. Na enkele uren wordt ze gevonden, waarna ze in het ziekenhuis een nieuwe heup krijgt. Vier dagen later mag ze alweer naar huis, maar ze ziet daar als een berg tegenop. Begrijpelijk wellicht, maar waar moet zij na 1 januari heen als de wijzigingen in de langdurige zorg een feit zijn? Waarschijnlijk kan ze naar de een zorghotel, als ze tenminste aanvullend verzekerd is. En wat te doen als ze niet enkele dagen na de operatie al naar huis kan? Past ze dan in een kliniek voor geriatrische revalidatie? Of wordt het toch een verpleeghuis? (Daan Marselis)